Bakkerij Nollen
Vincent Nollen
Nollen blijft een ambachtelijk bakker
Ook deze ochtend was Vincent Nollen weer om half zes paraat aan Het Wegdam in Hengevelde. “Ik wil blijven voelen hoe het is om een roggebrood te bakken”, lacht hij. Dat wat in 1921 begon als een klein bakkerszaakje is inmiddels uitgegroeid tot een bedrijf met in totaal achttien winkels. En als het aan Vincent ligt, is de limiet nog niet bereikt.
Wat bleef, is het vakmanschap. ‘De smaak van pure ambacht’, luidt al jaren de slogan van Bakkerij Nollen. Wie het bedrijfspand aan Het Wegdam, niet ver van waar Theo en Johanna Nollen meer dan honderd jaar geleden hun bakkerswinkel begonnen, binnenkomt, ervaart dat die ambachtelijke smaak óók door de neus gaat. En dat is geen straf. “Niet voor niets heten wij warme bakker, je krijgt er een goed gevoel bij.”
3T- + G-formule
Om dat warme gevoel te behouden, is Vincent Nollen dus nog vrijwel iedere morgen vroeg in de bakkerij te vinden. Dat hoort bij zijn ambacht, dat vroege opstaan. Nog altijd staan de oerprincipes van Theo en Johanna omhoog, zij werkten al volgens de 3T-formule (tijd, temperatuur en toewijding), waar ze de g van grondstoffen aan toevoegden. In Hengevelde doen ze bloem van graan uit Oost-Duitsland in de bakkersproducten. “Vanwege het milde klimaat heeft dat voor ons de beste kwaliteit.” Sinds Vincent omstreeks de eeuwwisseling in de zaak kwam, is Bakkerij Nollen flink gegroeid. “Mijn opa, die de bakkerij in de Grotestraat begon, heeft altijd zelfstandig gewerkt en mijn vader had moeite met medewerkers. Een keer bij een bruiloft was hij door zijn bezorger in de steek gelaten en dat zorgde ervoor dat hij het samen met mijn moeder alleen deed. Of alleen: kleinschalig.”
Troonopvolger
Want Theo, die de zaak van zijn vader op zestienjarige leeftijd na diens overlijden overnam, kreeg wel hulp. Thuis was Vincent met vijf andere kinderen bijna dagelijks in de bakkerij te vinden. “We waren dag en nacht ook privé met de winkel en de bakkerij bezig. We hadden destijds nog drie bakkers in het dorp, maar toen verdween er eentje.” Bijna was Nollens bakkerij toen ook verdwenen, of verkocht. “Mijn vader vond het te druk worden.” In die jaren zat Vincent op de heao in Arnhem, maar hij voelde zich er niet senang. “Ik had altijd gezegd dat ik geen bakker wilde worden, maar toen heb ik gezegd: ‘ik doe het toch’. Er zat toch iets van mijn vader en moeder en mijn opa in, en ik had er zelf ook herinneringen aan.” Zo werd de op-één-na-jongste Nollen dus de troonopvolger. De overname vond uiteindelijk in 2000 plaats. Sinds dat jaar is de bakkerij gegroeid. Er kwamen meerdere vestigingen, met de eerste in 2001 in Goor. “Mijn probleem is mis- schien dat ik geen nee kan zeggen”, glimlacht Vincent, terwijl hij koffie met gebak serveert. Maar aanvankelijk lag die uitbreiding (nog) niet in de planning. Het was iets voor later. “Ik sprak destijds met een collega-bakker die een mooie toko had met vijf, zes man aan het werk en een tweede filiaal. Dat leek mij ook wel wat.” Dat was dus na een jaar al gerealiseerd.
‘Zacht is onze kracht’
Veel van de extra filialen van nu, van Nijverdal tot Deventer, zijn gekomen door bedrijfsovernames van bakkers die er, ook vanwege de leeftijd en geen natuurlijke bedrijfsopvolging, de brui aan gaven. Daarnaast bakt Nollen voor andere bakkers en ook voor supermarkten. Wat is nu typisch de kwaliteit van Nollen? “We zijn goed in brood bakken en doen dat ook graag. Daarbij houden we in het oog dat mensen brood kopen dat ze ook in de diepvries bewaren; ons brood moet dan ook lang genoeg mals blijven. Zacht is onze kracht.”
Steeds meer winkels
In 2011 volgde de overstap naar Het Wegdam, Nollen ging daar het brood bakken voor de verschillende vestigingen. Sinds die tijd is het arsenaal winkels écht toegenomen. In 2018 volgde de verhuizing van de banketbakkerij, ook naar Het Wegdam. Hoewel hij overdag vooral manager is, blijft hij zich toch echt bakker voelen. Wel anders dan opa en vader, maar toch. “Tot mijn vijftigste in 2009 heb ik vrijwel iedere nacht gebakken. En ook nu ben ik vaak nog eerst een paar uur in de bakkerij. Ik vind het ook gewoon leuk.” Hij vervolgt: “Ik had vroeger niet kunnen vermoeden hoe groot het bedrijf zou worden. Maar we zijn nu wel bezig om te kijken hoe we het straks doorgeven, want de kinderen komen eraan. Hoe gaat het bedrijf er dan uitzien?” Is het nog wel ambachtelijk bakken, dan? “Ik vind van wel. Ik zie het ambacht als een proces en het echte ambachtelijke bakken verdwijnt pas als er geen werkbank meer in de bakkerij staat. En dat is hier absoluut nog het geval. Een kleine bakker doet ook niet alles meer met de hand.”
Hofleverancier
Bij het verlaten van het pand komt het bezoek van de Koning aan Hengevelde ter sprake, begin november. Uiteraard was Vincent erbij, als Hofleverancier. Die erkenning kreeg het bedrijf in 2021, bij het honderdjarig bestaan. “Het is echt niet meer zo dat ieder bedrijf automatisch dat predicaat krijgt, daar moet je de boel echt voor op orde hebben. En geen strafblad”, schatert hij. Daarvoor was de koninklijke erkenning ook al ter sprake gekomen en was de stemming bedrukter: “Mijn vader overleed in 2019 op negentigjarige leeftijd. Mijn moeder Mieny was acht maanden daarvoor overleden. Ik had ze graag gegund dat ze het honderdjarig bestaan hadden meegemaakt.”