Olde Kalter Hengelo
Mark Everink, Gerald Visscher, Leon Visscher en Gerard Everink
“In elke crisis nieuwe kansen zien”
Een bedrijf dat honderd jaar bestaat, vier generaties in de familie is en waarbij inmiddels neven en zwagers samenwerken, is behoorlijk bijzonder. Ze kunnen goed door één deur met elkaar. “We hebben een gezamenlijk belang”, aldus Leon Visscher van Olde Kalter in Hengelo. Hij runt het bedrijf met zijn vader Gerald Visscher en zijn neef Marc Everink, zoon van de inmiddels gepensioneerde Gerard Everink.
Het zijn allemaal nazaten van de grondlegger Johan Olde Kalter, die in 1923 het fundament legde voor het bedrijf. Hij startte door met paard en wagen hout naar Altstätte in Duitsland te vervoeren. Honderd jaar later kan het bedrijf zich hofleverancier noemen en houden ze zich onder meer bezig met grondwerk, containertransport en verkeerstechniek. “We waren compleet verrast toen de burgemeester ons in februari 2023 het predicaat koninklijk kwam overhandigen”, zegt Gerald met trots. Dan met een knipoog: “Dus, als Maxima een containertje nodig heeft…”
Samenwerken met zwagers en neven
De vaders Gerard en Gerald zijn zwagers én schoonzonen van hun voorganger Gerrit Olde Kalter, ook wel Gait genoemd. Beide heren zijn getrouwd met een dochter van Gait en in 1993 namen zij het bedrijf van hem over. Veertig jaar daarvoor, in 1953, nam Gait samen met drie broers het bedrijf van zijn vader Johan over. De opvolgende derde generatie vonden ze dus niet in de eigen bloedlijn, maar in de twee aangetrouwde mannen. De samenwerking gaat uitstekend. Het zijn geen praters maar doeners, maar toch is de communicatie goed. Ze hebben aan een half woord genoeg. Ze weten gewoon heel goed van elkaar wie waar goed in is. “Dat is onze kracht”, zegt Leon. Want ook de samenwerking tussen de neven gaat probleemloos.
Nooit boos op elkaar
Ze halen herinneringen op aan die uiterst zeldzame keren dat er wel wat spanning was. Gerald: “Ik heb vroeger een keer van die grote houten garagedeuren eruit gereden. Als of dat nog niet erg genoeg was, vielen ze op de Mercedes van mijn schoonvader. Hij reageerde alleen met ‘mwoah’, dus heel kalm.” Ze schieten in de lach als hij vervolgt: “Maar later werd het me nog vaak ingewreven.” Marc: “Ja, je moest het wel op elke verjaardag horen.” Relativerend voegt Leon toe: “We hebben allemaal wel eens schade gereden. Maar dat is tegen familie wel lastig toegeven. Ik weet nog dat ik met de staart tussen de benen aan mijn oom moest vertellen dat ik schade had veroorzaakt aan een wagen.”
In elke bedreiging een uitdaging zien
De mannen zitten vol verhalen over hun bedrijf en de rijke familiegeschiedenis. Alles overziend lijkt Olde Kalter te beschikken over een bijzondere transformatiekracht. Elke crisis en elke verandering in de markt zijn voor de ondernemersfamilie eerder een uitdaging dan een bedreiging. Of het nou gaat om de oorlog, strenge winters of de kredietcrisis, het bedrijf weet zich altijd aan te passen. “In de Tweede Wereldoorlog dreigden de Duitsers om de vrachtwagens in beslag te nemen. Toen hebben ze de wielen begraven zodat ze er niet mee vandoor konden gaan”, zegt Gerald over de tijd van zijn opa. Toen in de jaren tachtig Hengelo steeds meer wijken ging bouwen, kreeg het bedrijf steeds meer werk. Het bedrijf groeide, maar grondwerk ligt stil als het vriest en daarom werden de vrachtwagens in de winter ingezet als strooiwagens. De kredietcrisis was de aanleiding voor de familie om te starten met verkeerstechniek. Marc is verantwoordelijk voor deze tak: “Er was ineens geen werk meer. Toen hebben we een deel van de werknemers opgeleid tot verkeersmonteurs.”
Als je iets doet moet je het goed doen
Het raam van de spreekkamer kijkt uit op een woud aan verkeersborden. Die zijn nodig voor tijdelijke wegafzettingen bij calamiteiten of voor het in goede banen leiden van evenementen zoals de Military of de Hellendoorn Rally. Ondertussen is het een komen en gaan van vrachtwagens op het terrein aan de Beitelstraat in Hengelo. Er werken ongeveer veertig mensen die hun takenpakket de laatste jaren flink hebben zien groeien. Als het aan Leon en Marc ligt is de groei nu even klaar, voorlopig zetten ze in op continuïteit. Ze willen hun werk vooral goed doen, want dat hebben ze van huis uit meegekregen. Marc: “Opa zei altijd ‘als je iets doet, moet je het goed doen’. Hij leerde ons ook om de werkplek altijd netjes achter te laten.” Leon: “De kunst is om wel te blijven investeren, op het juiste moment. Stilstand is achteruitgang.”