“Bij jullie kan dat allemaal”, zei vroeger een vriendinnetje toen m’n vader een aanhanger van de zaak gebruikte voor ons schoolkamp. Of een busje, dat weet ik niet meer zeker. Ik was me er wel van bewust dat niet iedereen busjes of aanhangers tot z’n beschikking heeft, maar hoe daar naar gekeken werd was nieuw voor mij. Daar werd voor mij voor het eerst zichtbaar wat de lusten, maar ook de lasten zijn van het opgroeien in een familiebedrijf.
Nu is het een thema dat ik geregeld tegenkom in mijn praktijk. Potentiële opvolgers ervaren vaak een druk van buitenaf die hun twijfel voedt om later het bedrijf over te nemen. “Jou komt alles aanwaaien”, lezen ze uit de blikken om hun heen. “Jouw bedje is gespreid, je zal wel gek zijn als daar geen gebruik van maakt”, zegt een enkeling. Sommige kinderen vrezen dat ze gezien worden als een verwende troonopvolger; een prins(es) op de erwt.
Esther Reinders
Auteur en opvolgerscoach
Brede welvaart, heet dat overigens tegenwoordig met een moeilijk woord als familiebedrijven iets van de vreugde laten afstralen op hun omgeving. Het is iets dat familiebedrijven typeert. Menig Twents dorp zal het fenomeen herkennen dat regionale familiebedrijven graag een toernooi van de plaatselijke sportclub sponsoren of anderszins bijdragen aan de buurt. Dus ja, dat kan allemaal bij een familiebedrijf. Dat is wat de buitenwereld ziet.
Als kind en misschien zelfs potentiële opvolger van het familiebedrijf, ervaar je de dingen anders dan omstanders. De lusten kunnen ook als lasten ervaren worden. Misschien vind je het helemaal niet fijn om altijd aangesproken te worden op het bedrijf van je ouders. Misschien ambieer je helemaal geen toekomst in het bedrijf en voelt het alsof je dat moet verantwoorden. Of wellicht voel je juist een plicht om in het bedrijf van je ouders te gaan werken, omdat anderen zeggen dat je knettergek bent als je de gouden bergen die zij denken te zien niet aanvaardt. De twijfel hierover is overigens doodnormaal, ik kom het bijna dagelijks tegen wanneer ik opvolgers begeleid.
Ja, als kind in het familiebedrijf kan je ervaren dat je meer mogelijkheden hebt dan anderen. Je ziet de vrijheid die het je ouders geeft, maar je ziet ook hoe hard ze daarvoor werken. Je ziet de kansen die voorbijkomen, en je ziet de enorme verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken. Het is gaaf en soms ook zwaar.
Opgroeien in een familiebedrijf biedt kansen, maar er zijn ook grote risico’s. Helemaal tijdens een overnametraject in de familie. Dat risico ligt niet alleen op financieel vlak, maar zeker ook op emotioneel en relationeel vlak. Wie kent niet de verhalen van families met bedrijven die elkaar niet meer uitnodigen voor kerst. Ik weet dat het hebben van een familiebedrijf niet alleen rozengeur en maneschijn is. Tegelijkertijd vind ik ook dat het leven er is om geleefd te worden, en problemen zijn er om opgelost te worden. Wandelen én handelen met familie kan best. Dus ja, dat kan allemaal in het familiebedrijf.