“Een dubbeltje duurder zijn is niet erg, als je maar een kwartje beter bent.”

Voor onze rubriek ‘In gesprek met…’ spraken we onlangs met Verscentrum Ter Brugge in Borne, een Twents familiebedrijf dat inmiddels wordt geleid door de derde generatie. Al jarenlang helpen zij klanten om een kwalitatief goed assortiment aan de eindklant te bieden. Met korte lijnen, Twentse nuchterheid en veel persoonlijke aandacht zorgen ze voor een vlotte samenwerking. Wij gingen in gesprek met de 93-jarige oprichter Gerrit ter Brugge, zijn zoon Ton ter Brugge en kleindochter Wendy ter Brugge, inmiddels directeur-eigenaar.

‘Het vertegenwoordigervak zat hem, evenals zijn pak, als gegoten’

Het ondernemersverhaal van Verscentrum Ter Brugge begint in de jaren ’70, toen Gerrit ter Brugge besloot het heft in eigen handen te nemen. Zijn carrière begon als vertegenwoordiger bij vleesfabriek Bijvoets, waar hij alleen op provisiebasis werkte. Het vertegenwoordigervak zat hem, evenals zijn pak, als gegoten.

“Na verloop van tijd paste Bijvoets het assortiment aan en paste daarmee de vergoeding niet meer. Bijvoets stemde ermee in dat ik bijproducten die zij niet meer hadden, op eigen risico erbij mocht verkopen. Het was uit nood geboren, om toch tot een goed inkomen te komen.”

Toen ontwikkelde Gerrit zijn ondernemerszin en begon hij in 1970 helemaal voor zichzelf, in een schuur achter zijn woonhuis. Die stap bleek de basis van het familiebedrijf dat zou uitgroeien tot een bekende naam in de regio.

Tweede generatie aan het roer

Zijn zoon Ton heeft ook nog een tijd bij Bijvoets vleesfabriek gewerkt om ervaring op te doen. Toen zijn moeder, de partner van Gerrit, helaas ziek werd, besloot Ton eerder dan gepland in het bedrijf van zijn vader te stappen. Dat was in 1978. Zijn vader had inmiddels al een aantal medewerkers in dienst. De toetreding van Ton heeft Verscentrum Ter Brugge geen windeieren gelegd.

Onder leiding van Ton groeide het bedrijf snel. “We hebben in de loop der jaren zo’n tien tot twaalf bedrijven overgenomen,” zegt Ton. “Ik was ervan overtuigd dat we een totaalaanbieder moesten worden, van verpakkingen tot vlees. En dat is gelukt.

Sinds 2024 verwerkt Verscentrum Ter Brugge ook zelf varkensvlees. “Dat deden we omdat de kwaliteit van wat we geleverd kregen vaak niet voldeed. Nu hebben we het zelf in de hand – en dat zie je terug in de tevredenheid van onze klanten.”

Gerrit is trots op wat zijn zoon heeft opgebouwd. “Ik ben blij met wat er nu staat,” zegt hij. “En ook trots dat Wendy, mijn kleindochter, het gaat voortzetten. Mijn vrouw, die helaas recentelijk is overleden, heeft altijd achter ons gestaan. En dat is ook wat waard. Dat heeft echt zijn invloed gehad.”

‘Ik kan nog geen tijd vinden om meer vrije tijd te nemen’

“Je moet fouten durven te maken, anders kom je niet vooruit,” is de gedeelde mening. “Er zijn altijd wel zaken die niet goed gaan. Bijvoorbeeld een overname die we bij nader inzien niet hadden moeten doen.”

“Zoals gezegd zijn we vorig jaar zelf varkens gaan verwerken, omdat het vlees dat geleverd werd vaak van mindere kwaliteit was. Dat begint nu zijn vruchten af te werpen: de afname groeit gestaag.” Nu zijn we een productieafdeling aan het opzetten, zodat we zelf ambachtelijke vleeswaren kunnen produceren.

Ton is inmiddels 66 jaar, maar van afscheid wil hij nog niets weten. “Ik zie mezelf als de technische dienst, en die rol past me goed. Ik kan nog geen tijd vinden om meer vrije tijd te nemen.”

“Niet te beroerd om te werken”

Wat maakt een familiebedrijf sterk? Volgens de familie Ter Brugge zit het in de houding. “Blijf laagdrempelig,” zegt Wendy. “Blijf jezelf en laat je niet gek maken door wat anderen doen. Tegenwoordig moet alles groter, maar dat hoeft niet altijd.”

Ook inzet is belangrijk, benadrukt Ton: “Wees niet te beroerd om te werken. Sommige nazaten denken soms te makkelijk over het familiebedrijf.”

“In het begin moest ik alles zelf doen, zegt Ton”. “Maar na verloop van tijd lukt dat niet meer. Dan moet je delegeren. Als bedrijf moet je vaker gebruikmaken van de medewerkers. Om te voldoen aan de toenemende regeldruk is het soms beter om expertise of mankracht van buitenaf in te schakelen. Je kunt zelf niet alles weten.”

Vooruitkijken met beide benen op de grond

De ambitie van het bedrijf is helder: relevant blijven en doorgroeien waar het kan. “Wij willen de makerij achter de slagerij zijn,” zegt Wendy. “Zodat de slager zich kan focussen op zijn klanten en winkel. Wij nemen dat werk uit handen, wanneer daar vraag naar is”

Ook de kerstpakketten maken nog altijd deel uit van het bedrijf. “Opa is daar ooit mee begonnen,” zegt Wendy. “We zitten nu weer in de drukste periode van het jaar.” Klanten kunnen digitaal bestellen, maar komen ook graag langs in de showroom om zelf een passend geschenk voor hun personeel uit te zoeken.

Daarnaast kijkt ze naar nieuwe markten, zoals horeca en catering. “Het is uniek wat wij doen. Door schaalvergroting vallen er dingen vrij, waardoor wij juist dat ambacht kunnen blijven leveren. De kwaliteit staat voorop. Want je kunt een dubbeltje duurder zijn, als je uiteindelijk maar een kwartje beter bent.”

Foto: Twentse Familiebedrijven

Kom met ons in gesprek

Heeft jouw familiebedrijf ook een inspirerend verhaal? Meld je aan voor onze rubriek “In gesprek met …”.

Blijf op de hoogte! Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Geen spam, wél inspiratie. Meld je aan en mis niks!