Frans op den Bult

Pauline Scholten-Hellegers en Irma Hellegers-Otter

“Van tapperij naar waterstof in slechts tweehonderd jaar”

Je bent eigenaar van een familiebedrijf, waarvan je al die tijd niet beter wist dat je de derde generatie bent, totdat je er in 2007 door één telefoontje achter komt dat het bedrijf al sinds 1826 bestaat. Inmiddels dus al bijna tweehonderd jaar. Irma Hellegers-Otter dook verder in de geschiedenis en ontdekte dat er zelfs al in 1818 sprake was een boerderij op die plek, waar Frans op den Bult later een tapperij en een winkel begon. En dat zij dus niet de tot derde maar tot de zesde generatie behoort. Maar, dat ene papiertje waarop die ene datum staat…

Want die oprichtingsdatum is noodzakelijk om voor 2026 het Koninklijk Predicaat aan te kunnen vragen. En dat is wat Irma graag wilde voor haar dochter Pauline Scholten-Hellegers (38), inmiddels al de zevende generatie in de Frans op den Bult-dynastie. Frans heette eigenlijk Frans Oude Veldhuis, maar dankzij het bezit van het grond- stuk met de naam ‘Op den Bult’ werd dit zijn tweede achternaam.

Boek over tweehonderd jaar familiegeschiedenis

“Dus focussen we ons maar op een heel jaar lang tweehonderd Jaar Frans op den Bult”, zegt Irma (61), hoewel ze zelf al intussen ‘demissionair’ is zoals ze het gekscherend noemt. Dochter Pauline had al sinds 2016 een deel van de aandelen overgenomen maar is sinds dit jaar volledig eigenaar van dit mooie familiebedrijf, waarover Irma nadat ze in de historie dook – een prachtig boek heeft geschreven. Een verhaal vol fictie en feiten, waarin je vanzelf wordt meegezogen, ook dankzij haar blijkbaar verborgen schrijftalent. Bijzonder is dat de naam Oude Veldhuis – in tegenstelling tot Vollenbroek – in geen enkele generatie meer voorkomt. Dat heeft wellicht ook eerdere zoektochten naar het verleden gestokt.

Pas sinds 1979 chauffeurscafé

“Mijn schoonmoeder, Marietje Hellegers-Vollenbroek, vertelde mij altijd dat haar vader rond 1930 was begonnen met het bedrijf. Dat heb ik altijd geloofd”, zegt Irma. Zelf nam zij met haar man Wim in 1983 het internationaal bekende chauffeurscafé over. “Iedereen denkt dat wij altijd al een chauffeurscafé waren, maar dat ontstond eigenlijk pas zo rond 1979. Vrachtwagenchauffeurs hebben ons toen geadviseerd om hiermee door te gaan en hebben gezorgd voor klandizie. We zaten toen aan de E8, ook wel de Scandinaviëroute genoemd. Het werd zelfs zo druk dat de politie ’s ochtends en ’s avonds de trucks moest helpen met het parkeren langs de weg”, vertelt Irma. In 1985 maakte de Provincie bekend dat er een nieuwe snelweg zou komen.

‘Opening van de A1; het failliet van Frans op den Bult’ volgens de media

Irma moet er om lachen: “Het zou ons faillissement betekenen, maar toen de A1 werd geopend, stonden hier dagelijks tweehonderd vrachtwagens geparkeerd.” Een buurman wilde van zijn grond af en gunde het de familie, die er met hulp van de burgemeester een parkeerplaats van mocht maken. “Die was allang blij dat de politie weer voor normale taken ingezet kon worden in plaats van ons vrachtverkeer te regelen.” Een eigen afslag aan de A1 heeft de familie nooit gewild. Irma: “Dan moesten we iedereen op ons parkeerterrein toelaten en dat zagen we niet zitten.”

Het drama van de open binnengrenzen

Wél een grote tegenslag was het openstellen van de binnengrenzen. “Nederlandse chauffeurs werden massaal ontslagen en daarvoor in de plaats kwamen chauffeurs uit de voormalige Oostbloklanden, die voor vijfhonderd euro per maand hun werk overnamen. Geen geld en koken op petroleumstelletjes op parkeerplaatsen en dus ook op de onze. We werden genoodzaakt om ons parkeerterrein af te sluiten.” Om de forse omzetdaling tegen te gaan, werd het businessmodel aangepast. Er kwam een zalencentrum en er werden feestjes en bruiloften gevierd. Juist rond die tijd kwam na acht jaar ironisch genoeg de bouwvergunning voor het hotel.

Zevende generatie en de toekomst

In 2007 was het hotel gereed en liep Pauline er ook al rond. “Ik had daarvoor ook nog een tijdje gewerkt in het Kurhaus in Scheveningen. Maar de liefde dreef mij elk weekend weer naar Deurningen en na zes maanden liep ik hier dus alweer fulltime mee.” Pauline is getrouwd met Bjorn Scholten en beiden hebben drie kinderen. Bjorn is sinds kort nu ook volledig betrokken bij het familiebedrijf. Op de vraag of er al iets zichtbaar is van haar manier van leidinggeven, antwoordt ze lachend: “Ja, het eerste was de pen en papier te vervangen door een kassasysteem en een handheld. En die dikke menuboeken door eenvoudige en strakke menukaarten. Ook hebben we voor het eerst in de historie een chef in de keuken. En ja, die heeft ook oma’s recept van onze beroemde gehaktballen inmiddels onder de knie. Maar weetje, na corona is hier de zaak figuurlijk ontploft en hebben we zo’n zes- tot zevenhonderd gasten per dag. Op werkdagen veel chauffeurs, hotelgasten en in het weekend mensen uit de wijde omgeving. Dus moest ook de organisatie beter worden gestructureerd en werken we nu met teams. Dat zorgt voor meer rust.”

Greenpoint Clean Energy Hub

Toekomstplannen? “We hebben onlangs een woonhuis met weiland aangekocht waarop wij in samenwerking met de Gemeentes Dinkelland en Hengelo de eerste Greenpoint Clean Energy Hub in deze regio willen vestigen. Een plek waar je je truck kunt laden met waterstof, elektriciteit of een combinatie van beiden. Ook willen we een overdekte parkeerplaats met zonnepanelen, waar je je auto op kunt laden, maar ook elektrische fietsen, terwijl je een kopje koffie drinkt of iets gaat eten. We willen er zijn voor de mobiele mens. Niet alleen trucks, maar iedereen die onderweg is”, vertelt Pauline enthousiast. En tot slot: “Mijn grootouders en ouders hebben dit respectievelijk opgezet en uitgebouwd. Ik wil het graag toekomstbe- stendig maken, zonder het verleden en onze waarden daarbij uit het oog te verliezen. Er werken hier nu honderd mensen en ik wil iedereen persoonlijk kunnen blijven aanspreken met zijn of haar voornaam.”